Hypoglycemie, een instabiele bloedsuikerspiegel

Hypoglycemie, een instabiele bloedsuikerspiegel

Hypoglycemie betekent letterlijk: een te lage bloedsuikerspiegel, maar de problemen die hieronder beschreven worden passen meer bij een bloedsuikerspiegel die te sterk wisselt. De klachten treden vooral op wanneer de bloedsuikerspiegel te laag is.

Om te begrijpen wat er aan de hand is bij hypoglycemie, is er eerst wat theoretische uitleg nodig over voeding en hoe dat verteerd wordt. Ons voedsel wordt via de spijsvertering en de stofwisseling omgezet in glucose en opgenomen in het bloed. Het bloed vervoert dit bloedsuiker naar de cellen, waar het als brandstof kan worden gebruikt. Met behulp van deze brandstof kunnen we bewegen, blijven ademen, blijft onze lichaamstemperatuur op peil etc. De hoeveelheid glucose in het bloed noemen we ‘de bloedsuikerspiegel’.
Een aantal factoren hebben invloed op de bloedsuikerspiegel:

Wil je eerst weten of je er zelf mogelijk last van hebt, klik dan op:

Als we eten, wordt de bloedsuikerspiegel hoger

Het ene voedingsmiddel wordt sneller verteerd dan het andere en ook bevatten voedingsmiddelen verschillende hoeveelheden suikers (koolhydraten). Hierdoor laten sommige voedingsmiddelen de bloedsuikerspiegel snel stijgen, dit noemt men producten met een hoge glycemische index en/ of lading. Andere voedingsmiddelen hebben weinig verhogend effect op de bloedsuikerspiegel. Deze producten hebben een lage glycemische lading.
Koolhydraatrijke en suikerhoudende producten geven een veel snellere stijging van de bloedsuikerspiegel dan andere producten. Vetten en eiwitten hebben de minste invloed op de bloedsuikerspiegel, maar ze kunnen wel (langzaam) worden omgezet in bloedsuikers. Voor een gelijkmatig energieniveau is het goed om een stabiele bloedsuikerspiegel te hebben.

Inspanning en de bloedsuikerspiegel

Niet alleen de hoeveelheid energie die je via voeding tot je neemt heeft invloed op de bloedsuikerspiegel, maar ook de hoeveelheid energie die je gebruikt. Als je rustige, regelmatige inspanning verricht, kan het lichaam meestal goed reageren door telkens een kleine hoeveelheid bloedsuiker uit de reservevoorraden vrij te maken. Als je daarentegen een sprint moet trekken, waarbij in korte tijd zeer veel energie nodig is, dan is het voor het lichaam moeilijker om de bloedsuikerspiegel op peil te houden. Regelmatig rustig sporten of anderszins bewegen is erg goed voor het lichaam om de bloedsuikerspiegel constant te houden. Voldoende beweging is preventief voor het krijgen van suikerziekte.

Ook stress heeft gevolgen voor de bloedsuikerspiegel

Allereerst een extreem voorbeeld van stress, wat echter wel duidelijkheid geeft. Als je een dolle stier tegenkomt ontstaat stress. Het lichaam is instinctief gericht op overleving. Je kunt overleven door heel hard weg te rennen. Hiervoor heeft het lichaam veel brandstof nodig in de spiercellen van je benen. Het lichaam zorgt daarvoor door veel glucose vrij te maken uit de reservevoorraden in het lichaam. Dit gebeurt met behulp van de stresshormonen adrenaline en cortisol.

Het lichaam kent geen verschil tussen psychische of lichamelijke stress. Bij een ruzie met je partner of je baas en bij een spannend televisie programma gaat het lichaam ook adrenaline aanmaken en glucose voor de spieren vrijmaken.
In zo’n situatie blijf je echter meestal gewoon op je stoel zitten en gebruik je dus niet de vrijgemaakte brandstof. Omdat het lichaam erg geprikkeld raakt door een hoge bloedsuikerspiegel, worden er anti hormonen aangemaakt, op den duur te veel, om de bloedsuikerspiegel weer omlaag te krijgen. De bloedsuikerspiegel zakt vaak te sterk en vlak daarna word je slap en moe.
Veel mensen nemen dan weer een oppepper zoals koffie met een candybar of een zak chips. Je bloedsuiker stijgt weer, maar zulke snelle happen geven een korte heftige verhoging van de bloedsuikerspiegel. Bij sommigen schiet hij te ver door naar boven en het lichaam begint weer met het aanmaken van anti hormonen. Hierdoor kan een vicieuze cirkel ontstaan.
Hier vindt u een uitgebreider verhaal over stress, de gevolgen voor de bloedsuikerspiegel en voor de rest van het lichaam.

Minimale en maximale bloedsuikerspiegel

De bloedsuikerspiegel behoort zich tussen een bepaald minimum en maximum te bevinden. Daaronder en daarboven ontstaan klachten. Bij hyperglycemie is er sprake van een te hoge bloedsuikerspiegel (hyper = teveel). Dit komt af en toe kort voor bij mensen die te lang naar een spannende film hebben zitten kijken. Hyperglycemie komt ook voor bij mensen met suikerziekte (diabetes); het hormoon insuline moet ervoor zorgen dat bloedsuiker in de lichaamscellen wordt opgenomen of in de reservevoorraden wordt opgeslagen. Omdat insuline bij hen niet (voldoende) wordt aangemaakt, kan er hyperglycemie ontstaan als ze niet de optimale medicatie krijgen. Bij hyperglycemie met insulinetekort bevat het bloed teveel glucose, maar de lichaamscellen krijgen het niet binnen. Je merkt dit door een gevoel van flauwte en in ernstige gevallen kan je zelfs in coma raken.
Hypoglycemie is een te lage bloedsuikerspiegel (hypo = te laag). Hierbij hebben de lichaamscellen ook een tekort aan suiker doordat het bloed op dat moment te weinig glucose bevat. Ook dit veroorzaakt een gevoel van zwakte, vermoeidheid en flauwte. Dit kan voorkomen bij mensen die wel of geen diabetes hebben.
Hier vindt u meer informatie over het meten van de bloedsuikerspiegel en de waarden die de bloedsuikerspiegel zou moeten hebben.

Hypoglycemie syndroom

Het woord “hypoglycemie” wordt ook wel gebruikt voor het verschijnsel dat de bloedsuikerspiegel te snel wisselt tussen hoog en laag, waarbij vooral de periodes dat het te laag is de klachten veroorzaken. Medisch gezien is hypoglycemie (een te lage bloedsuikerspiegel) dus een onjuiste benaming voor een verschijnsel van wisselende bloedsuikerniveaus, maar vooral in kringen van alternatieve geneeswijzen is dit woord ingeburgerd geraakt.
Bij hypoglycemie is er zo vaak een snelle verhoging geweest van de bloedsuikerspiegel (door voeding en/ of stress), dat de systemen die de bloedsuikerspiegel moeten reguleren overprikkeld zijn geraakt en niet meer optimaal functioneren. Vooral de alvleesklier (pancreas) en de bijnieren maken de hormonen aan die reageren op stress en die de bloedsuikerspiegel reguleren. Uitputting van deze organen geeft een verlaagde tolerantie voor suikerrijke producten en voor stress; er wordt te heftig op gereageerd. Als er niets verandert aan de stress en/ of de voeding, dan raken de alvleesklier en bijnieren steeds meer uitgeput.

De belangrijkste klachten bij het hypoglycemie syndroom zijn:

  • Vermoeidheid, gevoel van zwakte in de spieren (de spiercellen hebben even te weinig brandstof)
  • Honger tussen de maaltijden door (de bloedsuikerspiegel heeft op dat moment een dip)
  • Transpiratie (dit is een teken van stress en een lage bloedsuikerspiegel is stressvol voor het lichaam)
  • Hartkloppingen (dit is ook een symptoom van stress; het lichaam wil extra bloed rondpompen om meer brandstof te krijgen)
  • Beven/ trillen van bijvoorbeeld de handen, met name vlak voor een maaltijd. (de bloedsuikerspiegel is dan erg laag)

Een glucosetekort in de hersenen komt vooral voor bij langdurige of zeer heftige stress. Dan kun je klachten krijgen als:

  • Duizeligheid
  • Hoofdpijn
  • Concentratiestoornissen
  • Angsten, fobieën en nervositeit
  • Geïrriteerdheid, woede aanvallen, huilbuien
  • Loomheid, geeuwen, slaperigheid en slapeloosheid

Sommige mensen worden ’s nachts wakker en als ze dan even wat eten, kunnen ze weer doorslapen. Een duidelijk symptoom van een bloedsuikerspiegel die uit balans is.

Af te raden voeding bij hypoglycemie:

  • Suiker en suikerbevattende producten (dit negatieve advies geldt voor iedereen, maar bouw je suikergebruik niet te snel af; doe er minstens een drietal weken over als je iemand bent die van zoet houdt). Of honing en graanstropen worden verdragen als zoetmiddel, verschilt van persoon tot persoon. Het is aan te raden om er slechts beperkt gebruik van te maken.
  • Producten gemaakt van wit meel (wit brood, witte rijst, ‘gewone’ macaroni en spaghetti e.d., koek en gebak)
  • Koffie, cola en andere voedingsmiddelen die je ‘snel oppeppen’.

    Aan te raden voeding bij hypoglycemie:

    Allereerst is het praktisch om vaker, 5 tot 6 keer per dag, kleine maaltijden te gebruiken. Bij kleine maaltijden stijgt de bloedsuikerspiegel minder en kan het lichaam dus makkelijker de juiste balans hervinden. Drie grote maaltijden zijn meer belastend voor mensen met een erg instabiele bloedsuikerspiegel. Het is niet geschikt om dit langdurig te doen, omdat anders de spijsvertering te frequent moet blijven functioneren. Dat systeem heeft ook af en toe rust nodig.

  • Eet zoveel mogelijk producten met een lage glycemische lading, om het bloedsuiker regulatiesysteem tot rust te krijgen. Zie hiervoor een lijst met voedingsmiddelen en hun effect op de bloedsuikerspiegel bij consumptie ervan plus wat praktische adviezen voor ontbijt, lunch en diner.
  • Als je koolhydraten eet, gebruik dan volle granen zoals quinoa (heeft de laagste glycemic load van de ‘granen’), zilvervliesrijst, haver, rogge en tarwe, ook in vorm van vlokken e.d. Producten op basis van meel hebben een sterker ontregelend effect op de bloedsuikerspiegel.
    Maar van alle granen en dergelijke is het belangrijk dat je er maar heel erg weinig van eet.
  • Veel verse groente, eventueel diepvriesgroente zonder toevoegingen, avocado is uitstekend.
  • Als tussendoortjes kun je eten: olijven, noten en zaden, bakje yoghurt of kwark, stukje kaas, wat komkommer, wortel, tomaat e.d. Natuurlijk is dit ook afhankelijk van het feit of je zuivel e.d. goed verdraagt.
  • Gist- en suikervrije voedingssupplementen, die ook geen kunstmatige zoet- en smaakstoffen bevatten.

Behandeling in de praktijk

U kunt een afspraak maken voor een consult als u behoefte heeft aan meer praktische adviezen, gericht op uw persoonlijke mogelijkheden. Er kan worden gekeken of er ook sprake is van overgevoeligheid voor bepaalde voeding, of het goed is om de mineraalhuishouding extra te ondersteunen en zo ja, met welke middelen. Mogelijk is er ook sprake van een infectierestant waardoor de bijnieren of de alvleesklier niet optimaal kunnen functioneren.
Hypoglycemie komt ook vaak voor in combinatie met een infectie met candida. Op internet zijn er vele artikelen over dit onderwerp te lezen. Naast het kinesiologisch testen van candida, kan er ook middels ontlastingsonderzoek gecontroleerd worden of iemand deze gist/ schimmel in de darmen heeft en of er sprake is van een ‘vriendelijke’ gistvorm of een agressieve schimmelvorm.

Literatuur:

    • Schimmels, suiker en allergie, vergis(t) je niet. Ankertje 160, Anna Kruyswijk en Marijke de Waal Malefijt
    • Dr. Atkins gezondheidsrevolutie, Robert C. Atkins
    • Bijnieruitputting, het stresssyndroom van de 21ste eeuw. James L. Wilson, N.D., D.C., Ph.D.

Verwante onderwerpen in deze website:

Suiker en zoetstoffen, in relatie tot diverse klachten
Hypoglycemie komt ook vaak voor bij PMS, het premenstrueel syndroom