Hoofdpijn, vaak een lange zoektocht

Hoofdpijn, vaak een lange zoektocht

Hoofdpijn is een klacht die zeer veel oorzaken kan hebben. Daarom is het ook moeilijk te genezen, want dat lukt alleen als de oorzaak kan worden weggenomen. Het kan bijvoorbeeld iets te maken hebben met voeding, kramp in de bloedvaten, de hormoonhuishouding, emotionele oorzaken, toxische (giftige) stoffen en/ of een niet goed functionerende lever. Het is allemaal mogelijk en ook combinaties van diverse oorzaken komen voor.
Bij het onderwerp darmflora beschrijf ik kort de relatie tussen een trage spijsvertering en hoofdpijn. Een andere oorzaak, gerelateerd aan de darmflora, is een overgevoeligheid voor gluten die niet ontdekt is omdat de patiënt geen darmklachten ervaart. Door glutenovergevoeligheid raakt de darmflora ontregeld en worden biogene aminen slechter afgebroken in de darmen. Dit zijn stoffen die de bloedvaten of het zenuwweefsel kunnen ontregelen (histamine, tyramine en serotonine bijvoorbeeld). Bloedvaten kunnen door dit soort stoffen opeens verkrampen of opzwellen. Denk aan deze oorzaak als hoofdpijn meerdere keren per week kan optreden. Zie voor meer informatie om een onderzoek hiernaar te laten doen, bij darmflora. De schatting is dat slechts bij 1 op de 7 personen ontdekt is dat ze een overgevoeligheid hebben voor gluten. Ook andere voedingsstoffen kunnen zo’n ontregeling veroorzaken, maar naast gluten is zuivelovergevoeligheid degene die de heftigste gevolgen kan hebben.

Oorzaak: infectierestant

Hieronder beschrijf ik het voorbeeld van één van de oorzaken: een infectierestant die de hersenvliezen irriteert. Al diverse keren ben ik deze vorm in mijn praktijk tegen gekomen. Mensen die al meer dan 20 jaar veel last hadden van hoofdpijn, knapten op door de behandeling met nosoden. Soms in combinatie met een voedingsadvies of orthomoleculair middel. Een infectie met herpes kan ook de oorzaak zijn van hoofdpijn, zie herpes.

Nosode

Een nosode is een term uit de homeopathische geneeskunde; het is een gehomeopathiseerde vorm van een stof die met een bepaalde infectie verband houdt. Neem het voorbeeld van een bacterie. Deze heeft een stofwisseling, waarbij hij toxische stoffen ‘uitpoept’. Die toxische stoffen kunnen bij mensen de oorzaak zijn van klachten, zoals hoofdpijn. Als van deze ziekmakende stoffen een homeopathisch middel wordt gemaakt, dan noemt men dit een nosode.
Bij bacteriële infecties krijg je vaak antibiotica van je arts. Dit antibioticum wordt door het bloed verspreid en zorgt ervoor dat de bacteriën zich niet meer kunnen vermenigvuldigen en dus ‘uitsterven’.
Dat is de theorie. In de praktijk is het zo, dat niet alle gebieden even goed doorbloed worden en er dus mogelijk ergens een klein restant bacteriën overblijft. Ook een virusinfectie of zelfs een inenting kan de oorzaak zijn van een restinfectie. Er zijn te weinig van deze ‘beestjes’ om je nog ziek te maken, waardoor het immuunsysteem passief blijft. Maar het zijn er wel zoveel, dat ze af en toe stevige klachten kunnen veroorzaken, als de omstandigheden gunstig zijn voor hen.
Als deze infectierestant bijvoorbeeld bij de hersenvliezen zit, heeft dit als gevolg dat de hersenvliezen voortdurend ‘in staat van paraatheid zijn’/ heel snel geprikkeld raken. Een beetje stress, een kleine hormonale dip, of een beetje voeding wat je niet goed verdraagt kan dan de oorzaak zijn, dat er hoofdpijn ontstaat.
Een paar ‘beestjes’ zijn meestal niet genoeg om het immuunsysteem actief te maken. Bovengenoemde nosoden kunnen het immuunsysteem ‘wakker schudden’ om dit restantje op te gaan ruimen, zodat de hersenvliezen weer schoon worden. Dan ontstaat ook weer een normale tolerantie voor prikkels.

Pfeiffer

Nosoden zijn ook goed toepasbaar bij ziektes die een lange nasleep kunnen hebben, zoals de ziekte van Pfeiffer. Sommige virussen of bacteriën hebben de eigenschap dat er makkelijk een aantal achterblijven na een infectie. Het aantal ziekteverwekkers is echter dan zo klein, dat bij bloedonderzoek geen afwijkende waardes worden gevonden. “Men is beter.” De ziekte van Pfeiffer is berucht om zijn restklachten, met name de vermoeidheid die kan blijven bestaan. Ook klachten van de lever kunnen het gevolg zijn, zoals vaak misselijk zijn, slecht vet kunnen verdragen of hormonale klachten. Dit soort restklachten zijn vaak goed aan te pakken met nosoden, zonodig in combinatie met orthomoleculaire middelen. Nosoden kunnen een aantal weken na het ontstaan van Pfeiffer ingezet worden. In de eerste fase van de ziekte is ondersteuning van lymfe en lever vooral zinvol.
Bij vrouwen met PMS hoor ik regelmatig dat ze vroeger Pfeiffer hebben gehad. PMS-klachten kunnen door zo’n behandeling afnemen, ook al is het al al 10 jaar of langer geleden dat men Pfeiffer had!

Longontsteking

Bij longontsteking komt het vaak voor dat er een verhoogde gevoeligheid ontstaat voor het krijgen van een volgende longontsteking. De antibiotica heeft dan niet alle ziekteverwekkers weten te bestrijden, waardoor die paar achterblijvers weer kunnen gaan woekeren als de weerstand terugloopt. Vooral bij oudere mensen komt het voor dat ze in enkele jaren meerdere keren longontsteking krijgen. Het is raadzaam om bij een antibioticakuur ook probiotica te gebruiken, om de kwaliteit van de darmflora zo goed mogelijk in stand te houden. Een gezonde darmflora is belangrijk voor het goed functioneren van je immuunsysteem.

Gebruik middelen ter ondersteuning van de darmflora bij voorkeur al gelijktijdig met de antibiotica. De restanten van de ziekteverwekkers kun je proberen aan te pakken met een nosodenkuur. Zelfs pijn die als ‘restklacht’ over is gebleven na een longontsteking die al jaren terug geweest is, kan op die manier soms nog verdwijnen.

Hoofdpijn en voeding met laag glycemische lading

Er is een onderzoek gedaan om te beoordelen of voeding met een laag effect op de bloedsuikerspiegel, een bijdrage zou kunnen leveren aan het verminderen van het voorkomen van migraine. Het ging om 350 patiënten met klassieke migraine zonder aura. De groep bestond uit 5% mannen en 95% vrouwen. Een groep die medicatie ontving (propranolol, amitriptyline, flunarizine en topiramaat) werd gevolgd en een groep die adviezen kreeg over voeding en de glycemische index, met het advies om voeding met hoge glycemische index te vermijden en zoveel mogelijk voeding met lage glycemische index te gebruiken. Alle deelnemers aan de studie werden gestimuleerd een gezonde leefstijl aan te houden. De frequentie en de ernst van de aanvallen werd gemeten bij aanvang, na een maand en na drie maanden behandeling. Na een maand nam de frequentie van de migraineaanvallen in beide groepen significant af, terwijl de mate van pijn afnam in de medicatiegroep, maar niet in de voedingsgroep. Na drie maanden nam ook in de voedingsgroep de pijnintensiteit af, om op hetzelfde niveau als in de medicatiegroep te eindigen. Het betreft een onderzoek van Turkse neurologen van het Kocaeli Derince Training and Research Hospital uit 2018. Bron: https://www.journalagent.com/agri/pdfs/AGRI_30_1_8_11.pdf
De onderzochte middelen worden ook in Nederland gebruikt om migraine-aanvallen te voorkomen. Nederlandse protocollen adviseren iets andere middelen van de eerste keus, maar wel een vergelijkbaar soort middelen.

Meer lezen over voeding en de bloedsuikerspiegel: Voedingsmiddelen en de bloedsuikerspiegel en Voeding met laag glycemische lading

Behandeling in de praktijk

Therapeute Margreet Chardon eet zelf al sinds 2004 laag glycemisch en adviseert dit sindsdien ook aan patiënten waarbij dit zinvol lijkt. En hetzelfde geldt voor glutenvrije voeding, die zij sinds 2008 ook zelf gebruikt, nadat uit onderzoek was gebleken dat ze zelf te hoge antistoffen tegen gluten had.
In de praktijk wordt al vanaf de begintijd (1997) gewerkt met nosoden, die ingezet worden naar aanleiding van bekende infectie(restanten) of kunnen worden uitgetest met kinesiologie. De kinesiologie is ook bruikbaar bij het zoeken naar mogelijke oorzaken van krampen, tekorten aan voedingsstoffen et cetera. Waar het mogelijk is, én als  het als zinvol wordt beoordeeld door de therapeute, wordt er gekeken of  laboratoriumonderzoek nog een toegevoegde waarde heeft. Dit gebeurt natuurlijk altijd in overleg met de patiënt.