Temperatuurtest, is dat zinvol?
De schildklier kan worden vergeleken met een thermostaat van een kachel. Het lichaam is dan de kachel en de schildklier hoort te zorgen voor een juiste temperatuur van het lichaam. Door het meten van die lichaamstemperatuur, wil je vaststellen of de schildklierhormonen hun activiteit goed uitoefenen. Je kunt soms voldoende schildklierhormonen in je bloed hebben, maar dat wil niet zeggen dat ze hun werk goed kunnen doen, op de plek waar ze hun werk horen te doen, namelijk in de cellen van het lichaam. Ze doen hun werk niet in het bloed en daarom zijn bloedtesten wel informatief over de aanmaak van de schildklierhormonen maar niet over de werkzaamheid ervan.
Receptoren op de cellen, overal in het lichaam, bepalen of de schildklierhormonen de cel binnen mogen of niet. Die receptoren zijn dus ook belangrijk. Voor het goed functioneren van die receptoren, spelen andere stoffen ook een belangrijke rol, bijvoorbeeld cortisol (een hormoon van de bijnieren dat betrokken is bij langdurige stress) en insuline (een hormoon wat de bloedsuikerspiegel helpt reguleren). Regelmatig ligt de oorzaak van een symptoom wat bij de schildklier past, dus eigenlijk ergens anders in het lichaam. Mensen zijn geen verzameling losse legosteentje, maar onze gezondheid is goed te vergelijken met een ecosysteem. In een ecosysteem, heeft alles een wisselwerking met elkaar.
Temperatuurtest
- Uitvoering test
- Interpretatie van uitslagen digitale meting
- Temperatuur test met een thermometer met alcohol
- Interpretatie van uitslagen niet-digitale meting
- Toelichting bij meting okseltemperatuur
Digitale temperatuurtest
Hoe doe je dat?
Leg voor het slapengaan een thermometer klaar. Meet de volgende morgen, voordat je actief wordt en gaat opstaan, de rectale temperatuur. Beweeg zo min mogelijk, sta niet op uit bed, blijf rustig liggen.
Doe deze test op drie verschillende dagen. Menstruerende vrouwen kunnen de test, vanwege temperatuurschommelingen in hun maandelijkse periode, het beste doen op de tweede t/m vierde dag na het begin van hun menstruatie. Bij de eisprong wordt de basale temperatuur een graad hoger, dus men moet de meting minstens een week voor de eisprong doen.
Interpretatie digitaal gemeten temperatuur:
- 37,0 – 37,3 °C rectaal: de schildklierhormonen werken goed
- 36,5 – 37,0 °C rectaal: uw lichaamstemperatuur is matig verlaagd. Tussen de 36,8 en 37,0 °C zijn er mogelijk milde klachten rond de functie van schildklierhormonen.
- 3 x meting lager dan 36,8 °C rectaal; u heeft volgens de opvattingen van de natuurgeneeskundig artsen met 85% zekerheid een te lage activiteit van schildklierhormonen.
- 2 x meting lager dan 36,8 °C rectaal én herkenning van diverse symptomen van lage activiteit schildklierhormonen: u heeft zeer waarschijnlijk een te lage activiteit van schildklierhormonen.
- Tussen 36,1 en 36,5 °C: als uw rectale temperatuur tussen de 36,1 en 36,5 °C ligt, dan heeft u een duidelijk lage temperatuur en zeer grote kans dat uw schildklierhormonen niet goed functioneren.
- Lager dan 36,1 °C: als uw rectale temperatuur één of meer keren zelfs onder de 36,1 °C ligt, dan zijn er zeer waarschijnlijk grote problemen met het functioneren van uw schildklierhormonen (en/ of andere sterke hormonale verstoringen).
- Een hogere waarde dan 37,3 °C: er kan sprake zijn van een te hoge activiteit van de schildklierhormonen. Let er daarbij wel op of u mogelijk koorts heeft. Dat verstoort een juiste bepaling van de activiteit van de schildklierhormonen. Een te hoge activiteit van schildklierhormonen is volgens natuurgeneeskundig artsen wel goed te ontdekken met bloedonderzoek.
Meting temperatuur onder de oksel
Een meting van de lichaamstemperatuur onder de oksel lijkt het meest op de metingen die gedaan zijn door Broda Barnes. Daarvoor is een thermometer met alcohol het meest bruikbaar. Bij apotheken zijn die vaak nog wel te koop. Er is simpelweg meer informatie verzameld over metingen van de okseltemperatuur dan over metingen met een digitale thermometer.
Meting met een thermometer met alcohol, dus niet-digitaal
Sla een niet-digitale thermometer ’s avonds alvast naar beneden. Meet de volgende morgen, voordat je actief wordt en gaat opstaan, de lichaamstemperatuur door een niet-digitale thermometer 10 minuten onder de oksel te klemmen. Beweeg zo min mogelijk, sta niet op uit bed en blijf rustig liggen.
Doe deze test op drie verschillende dagen. Menstruerende vrouwen kunnen de test, vanwege temperatuurschommelingen in hun maandelijkse periode, het beste doen op de tweede t/m vierde dag na het begin van hun menstruatie. Bij de eisprong wordt de basale temperatuur een graad hoger, dus men moet de meting minstens een week voor de eisprong doen.
Interpretatie gemeten temperaturen alcoholthermometer:
- 36,6 – 36,8 °C onder oksel: de schildklierhormonen werken goed
- 36,1 – 36,6 °C onder oksel: uw lichaamstemperatuur is matig verlaagd. Tussen de 36,4 en 36,6 °C zijn er mogelijk milde klachten rond de functie van schildklierhormonen.
- 3 x meting lager dan 36,4 ºC onder oksel; u heeft volgens de opvattingen van de natuurgeneeskundig artsen met 85% zekerheid een te lage activiteit van schildklierhormonen.
- 2 x meting lager dan 36,4 ºC onder oksel én herkenning van diverse symptomen van lage activiteit schildklierhormonen: u heeft zeer waarschijnlijk een te lage activiteit van schildklierhormonen.
- Tussen 35,8 en 36,1 ºC: als uw okseltemperatuur tussen de 35,8 en 36,1 ºC ligt, dan heeft u een duidelijk lage temperatuur en zeer grote kans dat uw schildklierhormonen niet goed functioneren.
- Lager dan 35,8 ºC: als uw okseltemperatuur één of meer keren zelfs onder de 35,8 ºC ligt, dan zijn er zeer waarschijnlijk grote problemen met het functioneren van uw schildklierhormonen (en/ of andere sterke hormonale verstoringen).
- Een hogere waarde dan 36,8 °C: er kan sprake zijn van een te hoge activiteit van de schildklierhormonen. Let er daarbij wel op of u mogelijk koorts heeft. Dat verstoort een juiste bepaling van de activiteit van de schildklierhormonen. Een te hoge activiteit van schildklierhormonen is volgens natuurgeneeskundig artsen wel goed te ontdekken met bloedonderzoek.
Toelichting bij meting temperatuur onder oksel
De okseltemperatuur is moeilijker correct op te nemen dan de rectale temperatuur (in de anus).
De okseltemperatuur wordt relatief snel beïnvloed door de temperatuur van de huid. Als je bijvoorbeeld een kwartiertje met je handen onder je hoofd hebt gelegen, dan kan dit resulteren in een koudere huid onder de oksel en dus een lagere temperatuur. Als je twijfels hebt bij de meting, neem dan ook de temperatuur rectaal op. Deze mag niet meer dan 0,7 graden hoger zijn dan de okseltemperatuur. Als dit wel het geval is, dan is de gemeten okseltemperatuur niet betrouwbaar en moet niet worden meegenomen in de beoordeling van de activiteit van de schildklierhormonen.
Veel bewegen voor het meten van de (oksel)temperatuur geeft ook een onjuist beeld van de basale temperatuur, omdat beweging leidt tot een lichte verhoging van de lichaamstemperatuur. Als men in de vroege ochtend op moet staan om naar het toilet te gaan, dan is dit geen probleem als het toiletbezoek tenminste 1 uur voor de meting heeft plaatsgevonden.Veel reguliere artsen vinden opname van okseltemperatuur te onbetrouwbaar om bovengenoemde redenen. Maar de onderzoeken van Broda Barnes (grondlegger van deze methode) zijn allemaal gedaan op basis van de okseltemperatuur. De oksel ligt relatief dichtbij de schildklier. De resultaten van de onderzoeken van Barnes zijn relevant om tot een goede beoordeling te komen van de temperatuur in relatie tot het functioneren van schildklierhormonen.
Verwante onderwerpen in deze website:
De schildklier, oorzaken van afwijkingen en aanpak daarvan in de praktijk.
Informatie over de laboratoriumwaarde van schildklierhormonen.
Symptomen bij afwijkend functioneren van de schildklierhormonen