Gluten, overgevoeligheid hiervoor

Gluten, overgevoeligheid hiervoor

Gluten zitten in tarwe. Je kunt ze vergelijken met een soort plaksel wat alle broodkruimels aan elkaar laat plakken, waardoor er een mooi luchtig broodje gebakken kan worden. Glutenvrij brood valt nogal eens snel uit elkaar.
Gluten zijn het eiwitdeel van tarwe en een aantal andere granen. Granen bevatten vooral koolhydraten (zetmeel), dus het eiwitdeel is maar een klein deeltje van het graan. Toch kan dat kleine eiwitdeeltje voor veel problemen zorgen, als je gluten slecht kunt verdragen.

Zeldzame aandoening of toch niet?

Vroeger werd gedacht dat glutenovergevoeligheid een zeldzaam voorkomende aandoening was. Tegenwoordig heeft vrijwel elke supermarkt een behoorlijk aantal glutenvrije producten. Supermarkten zetten geen producten in hun winkel die nauwelijks verkocht worden, dus blijkbaar is het aantal mensen wat glutenvrij eet, de laatste jaren sterk aan het toenemen. Werd er vroeger gedacht dat 1 op de 200 personen deze kwaal had, nu wordt er door sommigen al 1 op de 10 mensen genoemd! In de complementaire gezondheidszorg wordt de visie, dat er veel mensen rondlopen met niet ontdekte glutenovergevoeligheid, steeds breder gedeeld.
Er is een theorie dat het gebruik van antibiotica, sinds een jaar of 70, de oorzaak is van de toename van glutenovergevoeligheid, maar hierover is geen consensus.

  1. Verschillende soorten glutenovergevoeligheid
  2. Gangbaar onderzoek in reguliere gezondheidszorg
  3. Andere onderzoeken
  4. Gluten en darmklachten
  5. Gluten, slecht gebit en botontkalking
  6. Gluten en psychische klachten
  7. Diabetes, schildklieraandoeningen en andere auto-immuunaandoeningen
  8. Behandeling in de praktijk

Verschillende soorten glutenovergevoeligheid

Er zijn meerdere vormen van overgevoeligheid voor gluten. De bekendste vorm is coeliakie (spreek uit: seuliakie). De meeste mensen die dit hebben krijgen krampen en andere heftige klachten als ze per ongeluk gluten binnenkrijgen. Maar er zijn ook mensen die absoluut niets merken als ze toch gluten binnen krijgen of mensen die wel darmklachten hebben, maar in een vorm die niet wordt herkend door hun huisarts. De ‘standaardpatiënt’ met coeliakie is mager, heeft vaak diarree als hij of zij nog gluten binnen krijgt, is vaak relatief bleek in het gezicht en kan wallen onder de ogen hebben. Patiënten met deze klachten worden meestal wel herkend door hun huisarts.

Gangbaar onderzoek in reguliere gezondheidszorg

Er volgt dan een bloedonderzoek en als dit inderdaad uitslagen geeft die horen bij glutenintolerantie, dan wordt men doorverwezen voor nader onderzoek door een Maag-Darm-Lever-arts. Vrijwel altijd zal er dan onderzoek gedaan worden in de dunne darm, om te kijken of daar afwijkingen te vinden zijn. Vroeger keek men alleen naar de darmvlokjes. Als die platter waren dan normaal, dan werd dat vrijwel zeker veroorzaakt door glutenintolerantie. Tegenwoordig zijn er meer onderzoeken mogelijk, onder andere naar afwijkingen van cellen uit het immuunsysteem. Het is nog niet in elk ziekenhuis gebruikelijk om deze uitgebreidere onderzoeken te krijgen.
Patiënten die geen last hebben van frequente diarree en die niet mager en bleek zijn, worden zelden herkend als personen die beter geen gluten kunnen eten. Bij licht afwijkende waarden in het bloed, is de huisarts geneigd die afwijking te bagatelliseren, omdat een glutenvrij voedingspatroon een behoorlijke impact heeft op het (sociale) leven. Maar de klachten die kunnen ontstaan bij gebruik van gluten, terwijl je ze niet verdraagt, hebben vaak ook een zeer grote impact op het leven van de betreffende persoon!

Andere onderzoeken

Standaardtesten kunnen totaal normale waarden geven, terwijl er toch sprake is van overgevoeligheid voor gluten. Een voorbeeld: een patiënte had in het bloed een waarde van IgA anti-ht-transglutaminase van minder dan 1, terwijl de waarde van deze zelfde stof in de ontlasting boven de 500 lag! De waardes in het bloed en in de ontlasting zijn vaak zeer verschillend. Het lijkt logisch om de waardes in de ontlasting serieus te nemen, omdat dit meer zegt over de situatie in de darmen, dan waardes die in het bloed te vinden zijn. Mogelijk zijn verhoogde waardes in de ontlasting eerder aanwezig en treedt pas bij grotere schade aan de darmwand, een verhoogde waarde aan antistoffen in het bloed op.
Er wordt door deskundigen ook gesproken over glutensensitiviteit, wat deels overeenkomstige maar ook deels verschillende klachten en lichamelijke reacties geeft als coeliakie. Bij glutensensitiviteit wordt er geen schade gevonden aan de darmvlokjes. In 2012 is hierover een studie uitgebracht door coeliakie-onderzoekers, die vooral uit het buitenland afkomstig zijn.

Gluten en darmklachten

Bekende symptomen bij glutenovergevoeligheid zijn: diarree, buikpijn, gasvorming en kramp. De ontlasting kan vettig zijn waardoor hij meer glimt dan de gemiddelde ontlasting, of hij blijft drijven op het water in het toilet. Vette ontlasting geeft ook meer ‘remsporen’ in het toilet; er moet worden schoongemaakt met een borstel als men ontlasting heeft gehad. De ontlasting kan ook zuur ruiken. Misselijkheid en braken kunnen ook voorkomen, als gevolg van de overgevoeligheid.

Bij een prikkelbare darm is er teveel beweging van de darm, vaak gepaard gaand met kramp. Dit kan een gevolg zijn van gluten die de darmwand overmatig irriteren. Het is beslist niet de enige mogelijke oorzaak voor een prikkelbare darm, maar het is zeker goed om overgevoeligheid voor gluten goed te onderzoeken bij deze aandoening. Glutenovergevoeligheid gaat relatief vaak samen met overgevoeligheid voor lactose, dus trek niet te snel de conclusie dat je klachten niet worden veroorzaakt door gluten, als je klachten houdt, terwijl je gluten uit je voedingspatroon hebt weg gelaten. Zoek hierbij ondersteuning van een voedingsdeskundige, want je moet echt alle gluten weglaten om hier achter te komen en dat is beslist een moeilijke opgave als je weinig verstand van voeding hebt. De gemiddelde Nederlander eet ruim 13.000 mg gluten per dag en 1 mg per dag kan de klachten in stand houden!

Het is minder bekend maar ook als iemand maar één of enkele keren per week ontlasting heeft, kan dit worden veroorzaakt door gluten. Die kunnen de darmflora ontregelen. Er hoort een stevige hoeveelheid zuurvormende bifidobacteriën in de darmflora aanwezig te zijn die de peristaltiek van de darmen ondersteunen. Peristaltiek betekent beweging waarmee de inhoud van de darmen voortgestuwd wordt richting anus. Bij verstopping kunnen er ook andere oorzaken zijn of meerdere oorzaken. Gezondheid is vaak minder simpel dan we wensen….

Ontstekingen in het spijsverteringskanaal kunnen ook (mede) worden veroorzaakt door glutenovergevoeligheid. Het spijsverteringskanaal begint al in de mond en daar kunnen aften of zweertjes voorkomen, die kunnen komen door de glutenovergevoeligheid, maar ze kunnen ook ontstaan door overgevoeligheid voor lactose of voor fluor uit tandpasta bijvoorbeeld. Soms spelen alle drie deze oorzaken een rol.
Het slijmvlies van de maag of van een ander deel van de darm kan ook zijn ontstoken ten gevolge van de overgevoeligheid voor gluten. Gluten remmen de opname van voedingsstoffen die de slijmvliezen nodig hebben om zichzelf in stand te houden.

Gluten, slecht gebit en botontkalking

Een slecht tandglazuur is een bekend symptoom van overgevoeligheid voor gluten. Maar omdat ook mineralen zoals kalk en andere voedingsstoffen moeilijk worden opgenomen in een ontregelde darm, kan ook het tandbeen zwak worden.
Bij ouderen wordt de verstoorde opname van kalk en andere mineralen vooral zichtbaar door de botontkalking, die bij deze groep duidelijker optreedt dan bij de gemiddelde persoon. Maar ook hierbij geldt weer dat er naast de slechte opname van kalk door glutenovergevoeligheid andere oorzaken aanwezig kunnen zijn voor de botontkalking. Hoe meer oorzaken er zijn, hoe groter het probleem zal zijn.
Tot slot kan glutenovergevoeligheid betrokken zijn bij artritis en andere botafwijkingen.

Gluten en psychische klachten

Een slechte opname van vitamine B12 is ook een bekend symptoom bij overgevoeligheid voor gluten. Vitamine B12 is belangrijk bij elke celdeling en klachten ten gevolge van een tekort kunnen dus door het hele lichaam optreden. In het weefsel van de zenuwen speelt vitamine B12 echter een dubbelgrote rol. Overgevoeligheid voor gluten wordt al zeer lang in verband gebracht met depressiviteit en schizofrenie, maar tegenwoordig wordt het ook in verband gebracht met autisme en andere ontregelingen van het zenuwstelsel. Ook het syndroom van Down (mongool) hoort in deze rij thuis.
Vitamine B12 moet in het lichaam worden omgezet in verschillende vormen; de ene vorm werkt in de meeste delen van het lichaam (methylcobalamine) en B12 in de vorm van adenosylcobalamine werkt in een vette omgeving zoals het zenuwweefsel. Het kan zijn dat bij een meting van vitamine B12 in het bloed er voldoende aanwezig is, maar dat is geen garantie dat de omzetting naar adenosylcobalamine goed verloopt. Er zijn meerdere testen nodig en zinvol om de stofwisseling van B12 goed te beoordelen.
Net als bij alle aandoeningen kan er een combinatie van oorzaken aanwezig zijn bij depressie, schizofrenie, autisme en andere aandoeningen van het zenuwstelsel.

De Chinese visie op gezondheidszorg ziet onderlinge verbanden tussen bepaalde lichaamsdelen, ook in relatie tot emotionele aspecten. De darm is ’the second brain’ is al eeuwen onderdeel van hun beeld van gezondheid. Maar ook in de Westerse gezondheidszorg wordt al meer dan een eeuw gestudeerd op de darm als ‘second brain’. De relatie tussen glutenovergevoeligheid en psychische/ psychiatrische klachten is hier een voorbeeld van.

Auto-immuunaandoeningen zoals diabetes en schildklieraandoeningen

Zeventig procent van het immuunsysteem bevindt zich in de darmen. Daar komt het lichaam op de meest kwetsbare manier in contact met stoffen uit de buitenwereld, doordat de wand van de darmen maar 1 laag cellen bevat. Er moeten veel voedingsstoffen worden opgenomen via de darmwand, dus dikker mag die wand niet zijn.
Bij een auto-immuunaandoening gaat het immuunsysteem lichaamseigen weefsel aanvallen. Immuuncellen krijgen een bepaalde training om te onderscheiden welke stoffen lichaamsvreemd zijn en welke stoffen lichaamseigen zijn. De lichaamsvreemde stoffen moeten worden aangevallen en de lichaamseigen stoffen moeten worden beschermd. Bij een auto-immuunaandoening is dit systeem ontregeld.
Er wordt al langer een verband waargenomen tussen diabetes type I en glutenovergevoeligheid. Als gluten een rol spelen bij de oorzaak van de diabetes, dan kan deze aandoening verminderen of verdwijnen als gluten worden weg gelaten uit de voeding. Ditzelfde werd waargenomen bij auto-immuunaandoeningen als de ziekte van Graves en Hashimoto (schildklieraandoeningen).
Coeliakie wordt ook gezien als een auto-immuunaandoening, hoewel hierbij een externe factor aanwezig is, namelijk de consumptie van tarwe en andere glutenhoudende granen. De andere auto-immuunaandoeningen worden gezien als een interne ontregeling.

Een arts en onderzoeker die werkte in de Tahoma Clinic (in de Verenigde Staten) zag overeenkomsten tussen een aantal auto-immuunaandoeningen, namelijk de betrokkenheid van HLA-moleculen (humane leukocyten antigenensysteem). Naast de al genoemde ziektes horen hier ook Colitis ulcerosa, Lupus Erythematosus, Sjögren syndroom en nog een heel aantal andere auto-immuunaandoeningen bij. In de Tahoma Clinic werd bij meer dan 90 % van deze patiënten antistoffen gevonden die een relatie hebben met gluten. Door het totaal verwijderen van gluten en ook vaak van melk en melkproducten, gaf dit bij de meeste van die patiënten grote verbeteringen in de gezondheid.
Geen gluten eten kan lastig zijn, maar als je daarmee de klachten van ernstige ziektes kunt verminderen, dan is dat waarschijnlijk wel die moeite waard.

Behandeling in de praktijk

Er kan via de praktijk een ontlastingsonderzoek worden aangevraagd. Het onderzoek vindt plaats in een laboratorium in Leeuwarden (MGlab). De uitslag wordt gezamelijk besproken. Bij dit onderzoek wordt gekeken naar totaal IgA (Immuunglobuline A), anti-ht-Transglutaminase en anti-Gliadine sIgA. Daarnaast geeft een verteringsmarker voor vet ook een lichte indicatie; bij glutenovergevoeligheid is de vetvertering niet goed. Ook andere informatie uit het ontlastingsonderzoek kan verduidelijken wat de mogelijke oorzaak is van darmklachten. Met dit onderzoek wordt circa 50% van de mensen gevonden die overgevoelig zijn voor gluten, zowel coeliakie als glutensensitiviteit. Het percentage wat via regulier onderzoek wordt gevonden wordt geschat op 5 tot 20%.
Therapeute Margreet Chardon eet vanaf 2008 glutenvrij en daarvoor al een aantal jaren laag glycemisch, wat inhoudt dat brood ook toen al niet of nauwelijks werd gegeten. Ze heeft daardoor veel ervaring en kan goede tips geven.
Let wel op dat er geen tekorten aan jodium ontstaan bij een glutenvrij voedingspatroon.

Bronnen:

  • www.mglab.nl
  • www.natuurdietisten.nl
  • artikel van Mart van Stap in Beyond Medicine van maart 2012
  • diverse bronnen en eigen ervaringen